Inzichten over trilvenen
STAP 2: wetenschappelijk onderzoek doen
Een groep onafhankelijke beheerders, onderzoekers en beleidsmakers beoordeelt de onderzoeksvoorstellen en bepaalt welke het meest relevant zijn. Onderzoeksteams van gerenommeerde onderzoeksinstituten gaan vervolgens met de geselecteerde onderzoeksvragen aan de slag. Dit onderzoek duurt meestal drie tot vier jaar.
Het gaat niet zo best met trilveen, een verlandingsvegetatie vol bijzondere biodiversiteit. Trilveenontwikkeling gaat moeizaam, en te veel fosfaat leek de boosdoener. Recente OBN-onderzoeken in de Westbroekse Zodden, tussen Hilversum en Utrecht, laten zien dat planten en dieren een grotere rol spelen dan gedacht. Bart de Haan, ecoloog bij Natuurmonumenten, deelt drie inzichten.
Zwanen blijken een enorme invloed te hebben op de ontwikkeling van trilveen"
Bart de Haan
Natuurmonumenten

1. Zwanen: je ziet ze niet, maar ondertussen…
“Plantenetende watervogels, met name zwanen, blijken een enorme invloed te hebben op de ontwikkeling van trilveen. Dat merk je als beheerder niet direct, want vaak zie je die zwanen helemaal niet. Maar uit een OBN-onderzoek blijkt dat ze de verlanding soms simpelweg opvreten! Als je dan een deel uitrastert, geef je het verlandingsproces een veel betere kans.”
2. Help de planten een handje
“Waterdrieblad en ronde zegge zijn belangrijke soorten van jong trilveen, maar ze bleken zich maar moeilijk te vestigen. OBN-onderzoek liet zien: als je wat planten uit een naburig trilveen overzet, doen die het vaak fantastisch.”
3. Amerikaanse rivierkreeft: aanwijzingen zijn er (nu nog ontdekken hoe)
“De invasieve Amerikaanse rivierkreeft vreet soms zoveel planten dat die de verlanding tegenhoudt. Er zijn aanwijzingen dat een laag fosfaat- of zuurstofgehalte kan helpen. Maar krijg dat op gebiedsniveau maar eens voor elkaar. Er loopt nu een OBN-onderzoek naar hoe je het beste van deze kreeftsoort af komt: hoe vang je ze weg, hoe vaak en hoeveel voordat je ze onder controle hebt? Wordt vervolgd dus!”
De OBN-kennis over trilveen is onder ander verspreid via veldwerkplaatsen, een rapport en een artikel in Vakblad Natuur Bos Landschap.
Westbroekse Zodden