"Wij beleidsmakers zijn uiteindelijk ook gewoon afhankelijk van goed natuurbeheer"
Allemaal hebben ze hetzelfde doel voor ogen: goed natuurbeheer. Maar met welke natuurkennis bereik je dat? Daarover verschillen beleidsmakers, natuurbeheerders en onderzoekers nog weleens van mening. Dat ze binnen OBN Natuurkennis samen aan tafel zitten is hartstikke nuttig. Het zorgt voor relevanter onderzoek dat bovendien beter landt, zien Dick Bal en Ernestine Meijer van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Professioneel is hij ambtenaar en zit hij midden in de voorbereidingen voor het volgende stikstofdebat. Qua opleiding is hij bioloog; een bioloog die afgelopen zomer op Sumatra nog een uitgestorven gewaande libel en vlinder herontdekte, waarover hij publiceerde.
Dick Bal begrijpt de wereld van beleid, waar de minister eigenlijk morgen al een antwoord op haar vraag verwacht. Hij snapt ook de wereld van hypothesen en onderzoeken: de fascinatie voor sprinkhanen, de nieuwsgierigheid van wetenschappers om alle geheimen van een soort te ontrafelen.
Precies dat maakt OBN natuurkennis tot een interessant speelveld. Wat is nuttig natuuronderzoek? Het is soms maar net aan wie je het vraagt.
Kennislacunes oplossen
Als beleidsmedewerker bij het ministerie van LVVN zit hij vaak vooral om algemene natuurkennis verlegen. Kennislacunes die bijvoorbeeld moeten worden opgelost om voor een habitat herstelstrategieën te kunnen uitwerken. “Ik merk dat beheerders soms bepaalde typen natuur belangrijker vinden dan andere. Blauwgrasland is bijvoorbeeld al heel lang een troetelkindje. Maar waarom zijn zomen en ruigten niet belangrijk? Ook daarvoor hebben we een wettelijk plicht – zo kijk ik er als ambtenaar natuurlijk naar. En die onderzoekers met een interesse voor sprinkhanen? Die soortgroep is nu eenmaal niet beschermd door de Habitatrichtlijn, dus die krijgt minder beleidsaandacht.”
Aan de beleidsmakers, natuurbeheerders en onderzoekers binnen OBN Natuurkennis de taak om hierover samen een ei te leggen: aan welk natuuronderzoek hebben we behoefte? Meestal lukt dat heel goed, benadrukt Bal nog maar eens. “Wij beleidsmakers zijn uiteindelijk ook gewoon afhankelijk van goed natuurbeheer.”
"Je wilt niet met meer hypothesen een onderzoek afsluiten dan je het begon"
Dick Bal
Beleidsmedewerker Ministerie van LVVN;
Lid van OBN-deskundigenteam Fauna

Onderzoekbaarheid
Dick Bal zit al jaren in het OBN-Deskundigenteam Fauna. De beleidsmedewerkers, onderzoekers en beheerders in de deskundigenteams verzamelen relevante onderzoeksvragen uit het werkveld. Daarbij kijken ze niet alleen naar het nut van een onderzoeksvoorstel, maar ook naar de onderzoekbaarheid. Die laatste gooit nog weleens roet in het eten. “Er spelen veel grote vraagstukken die moeilijk te onderzoeken zijn. Je wilt niet met meer hypothesen een onderzoek afsluiten dan je het begon.”
Toespitsen op een soort is dan aantrekkelijk, merkt hij binnen zijn eigen deskundigenteam. “Dan kun je beter conclusies trekken. Tegelijk heb ik een voorliefde voor onderzoek waarvan je kunt zeggen: als dit is uitgezocht, dan kun je ook voor andere habitats of soorten conclusies trekken. Die vraag probeer ik altijd te stellen: wat kun je met dit onderzoek zeggen over de rest?”
Waar zijn we het over eens?
Durven zeggen wat je weet, terwijl wetenschappers het liefst altijd een slag om de arm houden: het is een balanceer-act die leden van het OBN-netwerk voortdurend opvoeren. Het is essentieel dat ze elkaar daarin begrijpen. Daarom is het zo mooi dat wetenschappers, beleidsmakers en beheerders er samen aan tafel zitten. “Soms stellen onderzoekers uit het netwerk bepaalde resultaten weer ter discussie, dat vind ik lastig. Over steenmeel is bijvoorbeeld veel discussie. Dat snap ik ook, maar als het te veel in de openbaarheid gebeurt, dan zeggen mensen: zie je wel, ze weten het niet. Vervolgens gebeurt er niets. Ondertussen zien beheerders de natuur onder hun ogen verslechteren.”
Waar zijn we het over eens? Die vraag moeten wetenschappers, beleidsmakers en beheerders binnen OBN elkaar blijven stellen, vindt Bal. “Als je grootschalig aan de slag wilt met natuurherstel, dan is het belangrijk om zoveel mogelijk tot eenduidige kennisproducten te komen. OBN-kennis is state-of-the-art, dat mogen we best vaker uitdragen met elkaar.”
Waar zijn we het over eens? Die vraag moeten wetenschappers, beleidsmakers en beheerders binnen OBN elkaar blijven stellen
Meteen aan de slag
Want uitdragen: dat lukt OBN Natuurkennis eigenlijk heel goed. Dankzij het netwerkkarakter van OBN, komen OBN-producten sneller onder de aandacht van beleidsmedewerkers dan resultaten van fundamenteel onderzoek. Daarbij geldt: hoe concreter, hoe beter toepasbaar. Neem bijvoorbeeld de brochure met herstelmaatregelen voor fauna. “Die drop ik op allerlei plekken en ik zie dat het landt. De brochure maakt duidelijk wat soorten nodig hebben en hoe je daar met beheer goed op kunt sturen. Het vat alle kennis handzaam samen en zit theoretisch goed in elkaar. Typisch OBN Natuurkennis, vind ik, want het bedient de driehoek. Beheerders en beleidsmakers kunnen er meteen mee aan de slag.”
Totdat er weer nieuwe hypothesen komen, nieuwe inzichten, nieuwe vragen. Ja, dat hoort erbij. “Twintig jaar geleden werd in het ministerie de vraag gesteld: is OBN nog wel nodig? Maar de grote problemen zullen ons nog heel lang achtervolgen. Je ziet dat maatregelen niet alles kunnen oplossen. Dus we hebben de beste kennis nodig. Ik denk dat OBN Natuurkennis heel erg nodig blijft.”
"Mijn werk is meer het grote plaatje dan de details "
Ernestine Meijer
ministerie van LVVN

Ministerie en provincie worden vertegenwoordigd in de verschillende deskundigenteams van OBN Natuurkennis. Vaak in de persoon van ecologen zoals Dick Bal, die beleid uitwerken en bestuurders informeren. In de deskundigenteams verzamelen zij met onderzoekers en beheerders relevante onderzoeksvragen. De driehoek denkt ook op hoofdlijnen na over het OBN-onderzoek. Ernestine Meijer is MT-lid Natuur binnen het directoraat-generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied bij LVVN. Ze zit in de stuurgroep van OBN Natuurkennis.
“OBN is een bron van kennis. Diepgravende kennis. Voor beleid heb je dat soort informatie nodig. Politiek kun je een bepaalde kant op willen, maar je moet het kunnen onderbouwen. Met een solide onderbouwing maak je beleid voor de lange termijn. Dat we bij OBN Natuurkennis met verschillende partijen aan tafel zitten, helpt daarbij. Ieder heeft daar zijn rol. Uiteindelijk zit ik er natuurlijk ook om te zeggen: laten we ervoor zorgen dat onderzoek beleidsmatig relevant is.
Ik werk intern op het ministerie veel samen met de collega’s van Strategie, Kennis & Innovatie (SKI). SKI financiert het OBN-onderzoek en zit sterker in de kenniskant: dit is relevant voor de lange termijn. Zelf zit ik aan de beleidskant. Dat betekent dat ik met enige regelmaat ook degene ben die aangeeft dat ik snel een antwoord op een bepaalde vraag zou willen.
In de stuurgroep bespreken we aan de hand van de kennisagenda waar we met het OBN-onderzoek naartoe willen. Daarnaast stellen we in de stuurgroep vast welke onderzoeksvoorstellen van de deskundigenteams gehonoreerd kunnen worden. Dit doen we aan de hand van het beoordelingsadvies van de OBN Adviescommissie. Het aantal voorstellen is namelijk altijd groter dan wat gefinancierd kan worden. Als het gaat om de technisch-inhoudelijke bespreking van voorstellen, leun ik best zwaar op medewerkers zoals Dick en de collega’s van SKI. Zij nemen mij mee. Dat vind ik hartstikke leuk. Mijn werk is meer het grote plaatje dan de details – ik heb helaas geen tijd om diep in elk onderzoeksvoorstel te duiken. Collega’s zoals Dick kunnen dat veel beter. Aan mij de taak meer vanuit de grote lijnen en strategie te kijken.”